STREEK – Op 29 juni is het Nederlandse veteranendag; voor veel mensen een vaag begrip, maar voor tienduizenden veteranen een gedenkwaardig evenement, dat eer doet aan de tijd dat ze voor het vaderland gevochten hebben. Daan Fasseur (78) en Bram Cebol (81) vertellen over het belang van veteranendag. “Ik ben er trots op dat ik heb getracht orde en vrede te brengen!”
door Joep Derksen
Iedere derde dinsdag van de maand organiseren de VOMI (Vereniging Oud Militairen Indië en Nieuw Guineagangers) en de Bond van Wapenbroeders een bijeenkomst in café-restaurant De Engel. Zestien oud-strijders met een gemiddelde leeftijd van 80 jaar zitten op dinsdag 19 juni bij elkaar: niet alleen om oude herinneringen op te halen, maar ook om de verbondenheid met elkaar weer eens te voelen.
Fasseur, die als chauffeur naar Indië is gegaan als onderdeel van de AAT (Aan- en Afvoertroepen), vertelt: “Veel mensen staan er niet bij stil dat niet alleen de soldaten uit de tweede wereldoorlog of in Nederlands-Indië veteranen zijn. Er zijn ook veel jonge veteranen die bijvoorbeeld zijn uitgezonden naar Korea, Libanon, Irak of Afghanistan en we hopen dat zij ook deze veteranensoos komen bezoeken.”
Cebol heeft maar liefst drie jaar gediend in Indië. In 1947, 1948 en 1949 was hij lid van de infanterie: bataljon 4-8RI (Regiment Infanterie), om precies te zijn. “Ik heb overal gezeten in Batavia en ben van provincie naar provincie getrokken.” De sympathieke man wil niet praten over gevechtshandelingen, maar vertelt wel over zijn andere ervaringen: “We zijn met 800 man vertrokken en daarvan zijn er 15 gesneuveld. Dat is heel weinig, maar het zijn er wel 15 teveel. In totaal zijn ruim 6.200 Indiëgangers gesneuveld.” Hij gaat terug in zijn herinneringen: “Waarom moeten we elkaar afslachten? Ik weet daar wel het antwoord op: als er geschoten wordt, schiet je uit lijfsbehoud terug. Ik heb ervaren hoe het is als een kameraad van je valt: op dat moment weet je niet meer wat je doet. Het eerste wat je dan doet is een kogel in de kamer duwen en dan ga je schieten, want je kameraad ligt naast je op de grond!”
Schandalig
Cebol en Fasseur vinden de houding die de Nederlandse overheid tientallen jaren had ten opzichte van de Indiëgangers schandalig: “Terug in Nederland moesten we het maar zelf uitzoeken. We werden niet erkend en aan ons lot overgelaten. We werden altijd in het verdomhoekje gezet, maar als veteranen blijven we strijden! We willen namelijk dat meer scholen onderwijs geven over de Indiëgangers, zodat het werkelijke verhaal wordt verteld. Wij gingen naar Indië in opdracht van de Nederlandse regering om daar orde en vrede te brengen. Gewonde mensen die we tegenkwamen, namen we mee en verpleegden we in de kampongs.”
Pas twee jaar geleden kregen alle Indiëgangers eerherstel: “We hebben nu allemaal en veteranenspeld, die we in 2005 per post ontvingen. Het is toch schunnig dat deze niet door de burgemeester zelf werden uitgereikt?!” Op 7 september vindt dit jaar de herdenking plaats voor de Indië-gesneuvelden en enkele dagen daarvoor, op 4 september, eren de veteranen van de afdeling Zuid-Holland Noord onder meer de 26 Leidse gevallenen.
Er is een groot verschil in de wijze waarop de soldaten in de jaren ’40 werden uitgezonden en nu, zo vertelt Fasseur: “We kregen een traininkje van een aantal weken, maar wat we leerden was vaak niet passend voor de situatie in Indië. Zo kreeg ik rijles om een truck goed te kunnen besturen, maar bij aankomst moest ik opnieuw leren rijden, omdat ze daar aan de linkerkant van de weg rijden.” Hij vervolgt: “Alle missies zijn verschillend: wij zaten vroeger in kleine hutjes en kregen tweedehands spullen van de Britten. Nu krijgen de soldaten prachtig materiaal en de meest moderne voorzieningen. Maar een ding blijft hetzelfde: “Alle jongens die helpen aan de opbouw in andere landen, zijn mijn maten, want ik weet wat ze meemaken.” Aan jongens en meisjes die nog moeten worden uitgezonden, geven de veteranen het volgende advies: “Houd je hersens bij elkaar. Letterlijk!”
Ouder
Wat betekent de veteranendag voor deze gedecoreerde mannen? Cebol: “In wezen heel veel, maar het is moeilijk om dat te omschrijven. We worden allemaal een dagje ouder, maar zolang we nog samen met anderen kunnen herdenken, zijn we één grote familie. We hebben allemaal dezelfde rottigheid meegemaakt, die we een klein beetje weggeduwd hebben. Zo gaat dat vaker: de leuke dingen onthoud je en de rotte dingen stop je weg.” Fasseur en Cebol zijn het over een ding absoluut eens: “Onze liefste wens is dat veteranendag zo lang mogelijk kan blijven bestaan en dat we het samen en in goede gezondheid kunnen beleven. Maar de tijd schrijdt voort: we begonnen met 800 man in Indië en daar zijn er nu nog maar 150 van over.”
Voor meer informatie over de veteranensoos die elke derde dinsdag van de maand wordt gehouden in café-restaurant De Engel te Lisse, of om lid te worden van VOMI of de Wapenbroeders, kan contact worden opgenomen met Daan Fasseur (071 576 3244) of Bram Cebol (a.cebol@veteranen.nl).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten