05 februari 2009

“Smerig om tussen uitwerpselen te moeten zwemmen”

Paardenpolemiek op Naturistenstrand

NOORDWIJK – Een op hol geslagen paard heeft de naturisten aan het Noordwijkse strand op de achterste benen doen staan. Deze week ontving het college van Burgemeester en Wethouders een brief van twee fervente naturisten met een beklag over de paarden die te pas en te onpas over het naaktstrand lopen, onderwijl hun vijgen achter zich laten vallend. De brievenschrijvers, Manon de Vries en Willem Schelvis verlangen van het college dat in het hoogseizoen alle stranden verboden verklaard worden voor paarden. Hoe denken de medenaturisten hierover? Een onderzoek ter plekke leverde reacties op.
Door Joep Derksen
Om het naaktstrand te bereiken is geen sinecure. De journalist liet zijn auto achter bij de oude manege en wilde even naar het nudistenstrand lopen. Fervente strandbezoekers wisten hem te vertellen dat hij dan het beste het pad door de duinen kon bewandelen. Met 30 graden heuvel op en af lopen was geen pretje en als toetje krijg je dan een lang moeilijk zandpad dat met enige moeite overwonnen kan worden. Maar uiteindelijk is de zee weer te zien en aan de rechterkant het doel van de reis: de plek waar naaktrecreatie toegestaan is.
Evakostuum
Enkele tientallen badgasten genieten daar in hun Adam- en Evakostuums van de zon en als geklede journalist voel je je dan toch een beetje naakt. De ontvangst door de families De Ridder, Turk en Bedijn is echter alleszins welkom en ze zijn graag bereid te praten over de paardenproblematiek. “Het is goed dat u hier bent, want ik heb me er vanochtend weer vreselijk aan geërgerd toen er weer zo’n paard voorbij kwam. Ook vorige week sloeg er een paard op hol en hij rende rakelings langs de mensen: het was levensgevaarlijk!”
Maar ook als paarden ‘gewoon’ over het strand lopen, kan dat voor veel ongemak en ergernis zorgen, zo vinden de naaktstrandgenieters: “Die paardenstront is heel smerig. Met laag water gaat het nog wel: dan blijven de paarden en ruiters ook verder verwijderd van waar wij liggen. Maar als dan de vloed komt, wordt al die stront meegenomen het strand op en het is absoluut geen pretje om daar doorheen te moeten zwemmen. Er komen hier ook mensen met honden, maar daar hoor je ons niets van zeggen, want zonder uitzondering ruimen die mensen de behoefte van hun dier netjes op. De paarden zijn veel irritanter, want hun uitwerpselen worden absoluut niet opgeraapt. Als ze dan toch over het strand moeten, laat die dieren dan een zak onder hun staart dragen, zoals ze ook in de Weense pistes hebben.”
Een andere oplossing wordt ook aangedragen: “Natuurlijk is het voor de paarden en ruiters ook fijn om op het strand te zijn, maar laat hen dan tussen april en september niet tussen 10:00 en 17:00 uur op het strand komen.”Het naaktstrandgebeuren is een fijne belevenis, zo vinden de families: “Je bent hier lekker met z’n allen en er wordt geen rotzooi gemaakt, want iedereen ruimt de eigen spullen op. Er heerst hier een saamhorigheid en je praat ook lekker met je buren. Kom daar op de andere strandgebieden maar eens mee aanzetten! En als je het naaktzonnen eenmaal gewend bent, is het kleinste broekje aan je lijf je al te veel. Voor het dorp zul je ons niet meer zien zitten: daar is het veel te druk!”
Kippenplanken
Een ander punt stoort de naturisten ook bijzonder: “Het pad omhoog van het strand naar de duinen is een welhaast niet te nemen hindernis. En dat wordt nog verergerd door de ruiters die zich met hun paden niet houden aan het aangegeven paardenpad, maar het pad over de hele breedte nemen. Dat pad is bijna niet te belopen: laat burgemeester Groen zelf dat maar eens komen ervaren! Er worden kapitalen uitgegeven aan de Noordwijkse kustversterking en we hebben al vele verzoeken gedaan om zogeheten kippenplanken of anders betonnen platen neer te leggen om dat pad naar het strand beter beloopbaar te maken."
"Maar wij worden van het kastje naar de muur gestuurd: daar zijn geen financiën voor beschikbaar. Hier komen veel mensen van wat hogere leeftijd; wij zijn allen boven de vijftig jaar en het is bijna niet te doen om in dat mulle zand tot bovenop de duin te komen”, aldus de heer Bedijn. Mevrouw De Ridder: “Door de moeite om het looppad te bedwingen, blijven veel oudere mensen weg. Daarnaast ook niet alleen de vele Duitsers die hier vroeger kwamen, maar ook ouders met kinderen en bolderkarren: voor hen is er geen doorkomen aan.”

“Particuliere rijders verpesten het voor managehouders”

NOORDWIJK – Aad Smit van Smit Manege uit Noordwijkerhout reageert op de bezwaren van de naturisten. “Die nudisten staan zo dicht bij de natuur, maar als de natuur dicht bij hen komt vinden ze het niet fijn. Paarden vallen ook onder de natuur en ons motto is ‘leven en laten leven’. Tegenwoordig kunnen de mensen nog maar weinig hebben. Wij proberen ons brood te verdienen en netjes te rijden, maar er zijn particuliere rijders die het voor ons manegehouders verpesten. Wij houden ons aan de paardenpaden, maar dat moeten die privé-personen ook doen. Overigens zien we ook regelmatig trimmers die op de paardenpaden lopen.”

Smit haalt even adem: “En anders moeten die naturisten maar naar een plek gaan waar geen paarden lopen. Weliswaar is de ruimte voor naaktzonnen beperkt, maar dat geldt ook voor onze ruimte. De paarden mochten op dit stuk strand al veel eerder lopen en de nudisten mochten er pas later bijkomen. Ze zijn alleen met mooi weer op het strand en dan gaan ze meteen klagen.”

Toch is de manege-eigenaar bereid te praten over een mogelijke oplossing voor de paardenpoep: “Inderdaad wordt hier en daar in het buitenland gebruik gemaakt van zogeheten mestzakken die achter het paard worden gebonden. Hier gaat niet alles in, maar toch ruim de helft. Maar deze oplossing is meer geschikt voor tuigpaardtypes. Rijpaarden zijn die mestzakken niet gewend.”

Gemeente: “Blij met brief”

NOORDWIJK – Martin Ruis, woordvoerder van de gemeente Noordwijk reageert: “Er is momenteel geen specifiek beleid voor wat betreft paardenuitwerpselen, zoals dat het geval is met betrekking tot hondenpoep. Daarom zijn we als gemeente Noordwijk blij met de op 5 augustus binnengekomen brief waarin concrete vragen worden gesteld en opmerkingen gemaakt. De brief is direct naar de betreffende afdelingen gegaan. Kortom, er wordt al aan gewerkt en op korte termijn mogen de briefschrijvers een reactie verwachten.”

"Rookverbod in horeca óf strikt handhaven óf afschaffen"

Argwaan, scepcisme en boosheid over rookwet
STREEK – Het rookverbod in de kleine café’s is een onderwerp wat voor veel beroering leidt, zo bleek tijdens een rondgang langs de horecazaken in de Duin- en Bollenstreek. Niet iedere kroegbaas wilde openlijk zijn of haar mening geven en sigaretgenietende cafébezoekers keken de journalist met grote argwaan aan: “Mag ik je perskaart even zien?”
Door Joep Derksen
Het rookverbod in de horeca zorgt landelijk voor veel beroering en onlangs kwam naar buiten dat in Den Bosch de asbakken weer op tafel komen in de kroegen daar. Dat was landelijk nieuws, maar voor de ervaren kroegloper was het een bericht ter kennisgeving: “Hier doen we dat al veel langer.” Dit wordt ook bevestigd door een Lissese bareigenaar die anoniem wil blijven: “Na 01:15 uur ’s nachts komen bij ons de asbakken weer op tafel. Hierdoor is het eindelijk weer druk en gezellig bij ons. Al die mensen die voor 1 juli zeiden dat ze weer naar het café zouden gaan als er niet meer gerookt zou worden, hebben gelogen: ik heb ze hier niet gezien.”
In Hillegom is het bruine café Zus & Zo gevestigd. Het is nog vroeg op de avond, maar de aanwezige cafébezoekers vermaken zich met een caféquiz. De hele kroeg is rookvrij, met uitzondering van een deel van 5 x 1 meter, dat met plexiglas is afgescheiden van de rest. Achter het glas, waarop een sticker geplakt is met ‘Verboden te voeren’ staan de bezoekers die even een haal aan de sigaret willen nemen. Een van hen is Xander en hij wil zijn mening wel geven over het rookverbod: “Hier houdt men zich aan de wet en wordt er alleen in deze rookruimte gerookt, maar in alle andere kroegen zetten ze de asbakken weer in de bar. Het rookverbod is zinloos, want vaak gaan de niet-rokers juist naar het rookgedeelte omdat het daar veel gezelliger is.”
Minder gezellig
In Bar ’t Puntje (Noordwijkerhout) hebben de eigenaren een oplossing gevonden voor het rookverbod. Bovenaan de trap kunnen de bezoekers kiezen uit een kleinere kamer waar niet gerookt kan worden en een groter gedeelte, met een grote bar, pooltafel, dartboard en een kaarttafel. Waar het in het rokersdeel al gezellig druk is, kan er in het niet-roken gedeelte een kanon worden afgeschoten. De heer Van den Berg, frequent bezoeker, laat weten: “Het loopt nu weer soepel, maar in het begin was het uitgaan een stuk minder gezellig. Je staat met je vrienden te praten en opeens is het gesprek voorbij, omdat ze naar buiten moeten om een sigaret op te steken. In het niet-rokers gedeelte staat tegenwoordig niemand omdat het daar niet gezellig is.”
Op naar Noordwijk, waar Café De Meerniet bekend staat om haar gastvrijheid. Werkneemster Willy vindt het dan ook geen probleem dat de verslaggever met de bezoekers praat over het rookverbod. Ze wijst naar een rookgedeelte achterin het café: “De rokers kruipen in die ruimte en op een gegeven moment komen ze weer naar de bar.” Ook bezoekster Melanie Overmeer geeft haar mening, terwijl ze geniet van een sigaret: “Hier hebben we geen klagen, want we hebben een eigen rokersruimte gekregen. Alleen is het zo dat er in de kroeg meer rokers dan niet-rokers. Deze ruimte zou eigenlijk bestemd moeten zijn voor de niet-rokers, zodat de rokers in het grootste deel van het café kunnen verblijven. Het is hier in de rokersruimte vaak drukker dan daarbuiten.”
Perskaart
Het gesprek wordt onderbroken door Willy: “Sorry dat ik het vraag, maar de cafébezoekers willen graag dat je mij je perskaart laat zien.” Deze kaart kon getoond worden en Willy vertelde het geruststellende nieuws dat die onbekende man die vragen stelt inderdaad geen inspecteur is. Toch is een van de bezoekers nog niet tevreden. Hij komt de rokersruimte binnen en roept tegen Overmeer: “Je gaat toch niets vertellen, want alles wat je zegt kan tegen je gebruikt worden!”
Overmeer haalt haar schouders op en vervolgt: “Dit rookverbod heeft geen zin, want er wordt toch wel gerookt in de kroegen. Het enige wat je met dit verbod bereikt, is dat je de gezelligheid van de mensen afpakt. Ga ons het recht om te roken niet afpakken, maar als je dat doet: zeg dan niet meer dat we in een vrij land leven.”
Verloren
Ook een café-uitbater in Teylingen geeft zijn mening, maar wel op basis van absolute anonimiteit: “Aan de ene kant moeten de ondernemers deze maatregel niet zien als een bedreiging, maar als een kans. Maar waarom is het dan zo dat maar twee café’s in deze gemeente een eigen rookruimte hebben? Wel is het zo dat door dit rookverbod het typische bruine café verloren gaat. In de maanden sinds het rookverbod heb ik nog geen vijf nieuwe niet-rokers als klant gezien.
De eigenaar kijkt rond in zijn café dat op vrijdagavond 23:30 uur vrijwel geheel leeg is: “Ik weet dat er andere gelegenheden zijn waar er nu wel gerookt wordt. Ik zeg niet dat zij klanten van ons afpakken, maar ik zeg ook niet dat het niet gebeurd. Het hele rookverbod komt in feite op maar een ding neer: of je gaat strikt handhaven, of je gaat het afschaffen. Op dit moment worden de horeca-eigenaren die zich niet aan de wet houden beloond met extra klanten en degene die de regels keurig in acht houden, zien hun omzet omlaag gaan. Dat is een slechte zaak.”

“Stuur patiënt met blaas vol bloed niet naar huis”

Handelwijze Dokterspost bekritiseerd

KATWIJK – “Als iemand bij de dokterspost komt met de klacht dat hij bloed plast, moet diegene niet weer terug naar huis gestuurd worden.” Deze ervaring had Jan Markveld dinsdag 28 oktober echter wel. Van de ene op de andere dag plaste hij “enorme hoeveelheden” bloed, maar zowel bij zijn huisarts als bij de dokterspost werd hij niet direct geholpen.
Door Joep Derksen
Markveld (61) vertelt: “Je wordt echt niet blij als je bloed plast en ik ging direct bij de huisarts langs. Hij maakte een afspraak voor een blaasonderzoek, dat pas twee weken later zou plaatsvinden. Maar mijn klachten bleven en diezelfde dag om 18:00 uur heb ik de huisarts weer gebeld, maar hij was er niet. Daarna heb ik contact opgenomen met de dokterspost en de attitude die ik daar kreeg was totaal verkeerd. Het telefonische interview dat ik kreeg, leek meer op een kruisverhoor en men sprak op een zeer irritante toon. Ze doen er alles aan om je bij de dokterspost weg te houden. Ondanks dat ik vertelde dat ik bloed plaste, werd me gezegd dat ik niet hoefde te komen.’
Markveld kreeg vervolgens een blokkade en kon niet meer plassen. Hij voelde de stollingen onder zijn gordel. “Ik kneep ‘m vervolgens helemaal uit om die stollingen eruit te duwen. Daar sta je dan als volwassen man van 115 kilogram.” Hij vervolgt: “Maar om 23:00 uur heb ik weer gebeld en mocht ik na lang aandringen dan eindelijk komen, met een monstertje van mijn urine. Degene die mij behandelde vertelde me dat ze mij niet katheriseren, omdat mijn blaas niet helemaal vol was, omdat ze anders wat kapot zou kunnen maken. Ze adviseerde me om minder te drinken, maar dat is precies wat ik niet moest doen.”
Camera
Dit vraagt om een nadere toelichting, die Markveld van harte wil geven. “Ik ben vervolgens uit eigen beweging naar de poli van het Diaconesse ziekenhuis gegaan, waar ze mij adviseerden om veel te drinken om mijn blaas te schonen. Nadat de verpleegster het bloed zag, heeft ze mij gekatheriseerd en gespoeld. Met een spuit werd het cluster van stolsel in de blaas gebombardeerd en daarna ging er een camera in mijn plasbuis. Ik was zo blij dat er eindelijk wat werd gedaan, dat ik alles geweldig vond. Op de camera was te zien dat er een tumor in mijn blaas zat. Deze was opengebroken en zorgde voor die bloedstroom.”
Markveld blijft de komende jaren onder controle bij de uroloog en is blij dat alles goed is afgelopen, maar hij is naar de krant gestapt om zijn bezorgdheid te uiten over de dokterspost in Voorhout. “Als de behandeling die ik daar heb gekregen regel is, dan gaan er doden vallen. Die dokterspost is er niet voor om de patiënt te helpen, maar om de huisartsen te verlichten. Ik wil bereiken dat er een omslag komt in hoe de patiënt benaderd wordt. Dat men niet zegt: ‘Nee, tenzij’, waar het gaat om het zien van een patiënt die daar om vraagt, maar ‘Ja, mits.’ Verder kreeg ik op de dokterspost te maken met een jonge arts, die de fout maakt om iemand weg te sturen die een blaas vol bloed heeft. Als zo iemand twijfelt over zijn diagnose, moet hij een collega raadplegen en niet zomaar wat adviseren.”

“Ik sluit niet uit dat er ooit iets mis gaat”

VOORHOUT – “We hebben jaarlijks 50.000 contacten met patiënten en dan kan het voorkomen dat een handjevol consulten niet goed gaan. De heer Markveld kan zijn kwestie bij de klachtencommissie neerleggen. Als er fouten geconstateerd worden, zijn we gaarne bereid dit ook toe te geven.”
Lex van Wijngaarden, directeur van de Doktersdienst Duin- en Bollenstreek, waar de Dokterspost in Voorhout onder valt, wil niet diep ingaan op één specifiek geval, maar geeft wel uitleg over de werkwijze van de Dokterspost.Van Wijngaarden legt uit: “Wij bieden spoedeisende huisartszorg aan de mensen buiten de reguliere praktijktijden en het gaat dan om zaken die niet kunnen wachten, zoals levensbedreigende situaties of omstandigheden met veel pijn of groot ongemak. Hieronder valt dus bijvoorbeeld niet een verstopt oor: daar kan best een dag mee gewacht worden."
"Om goed geholpen te kunnen worden, dienen de mensen eerst een afspraak te maken via telefoonnummer 0900 334 3678. Ze krijgen dan een assistent aan de lijn die vragen stelt over de ziekteomstandigheid en hulpadvies kan geven. Alle telefonische consulten worden schriftelijk vastgelegd en gecontroleerd door de dienstdoende artsen, zodat de adviezen ook grondig gekeurd worden.”
De directeur ontkent dat de telefonische dienst gebruikt wordt om de mensen bij de Dokterspost weg te houden: “We willen onze kennis van het ziektebeeld verbeteren en daarin krijgen de medewerkers training. Als de mensen aan de andere kant van de lijn te horen krijgen dat ze niet hoeven te komen, is het in feite goed nieuws, omdat dit betekent dat ze niet te maken hebben met een levensbedreigende ziekte.”
Symptomen
Over de klachten van Markveld: “Ik sluit niet uit dat er ooit iets tussendoor schiet; dat kan ook bij dokters het geval zijn. Bij symptomen die niet urgent lijken geven we het advies om later weer contact op te nemen. Wat onze medewerkers betreft: onze aio’s (assistenten in opleiding) zijn in feite afgestudeerde dokters in hun stageperiode. Er is geen enkele reden om ze minder bevoegd te achten. Aio’s werken altijd onder de verantwoordelijkheid van een arts: als ze in hun derde jaar zitten, en dat was het geval bij de heer Markveld, mogen ze zelfstandig werken, waarbij er voor en na de dienst supervisie plaats vindt door de opleider.”
Worden mensen wel eens onterecht weggestuurd? “Nooit met opzet, maar de Dokterspost staat onder druk vanwege de groeiende zorgvraag. In 2,5 jaar tijd is het aantal telefonische consulten met 30% toegenomen en mensen bellen gemakkelijker de dokterspost met niet-urgente vragen. Om dit tegen te gaan versturen we binnen twee weken een informatiekrant aan alles patiënten, die staan ingeschreven bij een van de 89 aangesloten huisartsen. Van de 50.000 consulten hebben we in totaal zo’n 30 klachten ontvangen, die behandeld zijn door de klachtencommissie. Een deel van deze klachten ging ook niet over medische zaken, maar bijvoorbeeld over de wijze van bejegening. Iets meer dan de helft betrof een gemiste diagnose of het niet eens zijn met de wijze van behandeling. Maar als er fouten geconstateerd worden bij de heer Markveld, zijn we gaarne bereid dit ook toe te geven.”
Voor meer informatie: www.dddb.nl.

"Fijnstofhype gelijk aan de mythe van de zure regen"

Oud-longarts Piet Vooren spreekt zich uit

NOORDWIJKERHOUT – “Ik verwacht dat de fijnstofhype gelijk is aan de mythe van de zure regen waarover in de jaren ’70 en ’80 van de vorige eeuw zo voor gewaarschuwd werd. Over twintig jaar zal men het onderwerp ‘fijnstof’ vergeten zijn. In mijn vijftig jaar als arts en veertig jaar als specialist heb ik nog nooit iemand dood zien gaan aan luchtverontreiniging of milieuverontreiniging.” Deze woorden komen van voormalig longarts Piet Vooren (78), die zich keert tegen de in zijn ogen overbodige ophef over het fijnstof.
Door Joep Derksen
Vooren was in die decennia als specialist werkzaam in het Antonius Ziekenhuis in Utrecht en het LUMC in Leiden en heeft zich al die jaren beziggehouden met astma, bronchitis, allergie en de luchtorganen. Hij weet dus waar hij het over heeft. Hij vertelt over de fijnstof: “Wat fijnstof precies is, is niet gedetermineerd. Het zijn een aantal materialen door elkaar, maar voor de helft bestaat het uit zand en zout. Voor het overige betreft het materiaal dat de mensheid zelf ontwikkeld heeft, daaronder vallen dus ook bandenslijtsel, afvaluitlaatgassen en verbrandingsproducten zoals stikstofoxide en NO². Bij het fijnstof zijn er drie onzekerheden: men weet niet waar het uit bestaat en welk bestanddeel van het stof nou echt schadelijk is, men weet niet zeker welke ziektes er door fijnstof bestaan en men weet niet zeker of er ziektes door ontstaan.”
Er zijn wel onderzoeken gedaan naar fijnstof en sterfte en de meest bekende zijn twee studies in de Verenigde Staten. Daar heeft men eerst in zes steden en vervolgens in 151 steden onderzocht dat mensen in een stad waar het fijnstofgehalte hoger is, korter leven. Op deze resultaten valt veel af te dingen, zo legt Vooren uit: “Het is gebleken dat die vroege sterfte met name voorkomt bij de lager opgeleiden en mensen die hun gezondheid niet op peil houden. Mensen die gezond leven, dat zijn vaker ook de hoger opgeleide personen, maakt het niets uit of er fijnstof in de lucht zit: hun levensverwachting blijft dezelfde.”
Kritiek
Ook in Nederland werd een onderzoek gepubliceerd, waaruit werd geconcludeerd dat jaarlijks 18.000 mensen maar liefst 10 jaar eerder dood gaan. “Toxicologen, pathologen en epidemiologen hebben heel veel kritiek op dit rapport. Ik schaar me achter de HAN (Heidelberg Appeal Nederland Foundation). Het is met behulp van extrapolatie (het omzetten van de Amerikaanse resultaten naar de Nederlandse situatie, red.) opgesteld. Men heeft een computerberekening gedaan en de uitkomsten van die 151 steden als uitgangspunt genomen. Er is geen rekening gehouden met het feit dat de leefregels en algemene gezondheid van de Nederlanders beter is dan van de Amerikanen. Daar hebben ze een hoger gemiddeld lichaamsgewicht en hebben ze andere voedingspatronen”, aldus Vooren.
De ex-longarts heeft nog een ander punt: “Men heeft bij dit onderzoek verondersteld dat bij een bepaald gehalte aan fijnstof ook een aantal mensen doodgaat. Dat heet het voorzorgprincipe: als er maar een schijn van gevaar is, moeten we het voorkomen. Er zijn gerespecteerde onderzoekers die hier echter bezwaar tegen maken en ik schaar me aan hun zijde: in de jaren dat ik als longarts werkte, heb ik nog nooit iemand dood zien gaan aan de gevolgen van luchtverontreiniging of milieuverontreiniging. Rokers heb ik wel zien sterven aan longkanker, maar meerokende mensen heb ik echter niet zien sterven aan die ziekte. Ook de collega-longartsen die ik gesproken heb, komen tot dezelfde conclusie. De mensen die echt aan luchtverontreiniging doodgaan, zijn mensen die toch al zwak zijn, bijvoorbeeld 80+ers die al jaren aan chronische bronchitis lijden."
"Ik wil benadrukken dat het streng volgen van het voorzorgprincipe op weinig zekere veronderstellingen is berust. Maar dat voorzorgprincipe heeft wel kostbare consequenties als het zo streng wordt gevolgd, als het nu gebeurt.”SterfrisicoDe Europese regelgeving over fijnstof, waar Nederland zich strikt aan houdt, heeft ook consequenties voor de Duin- en Bollenstreek: “Woningbouw mag niet gebeuren waar het fijnstofgehalte iets te hoog is. Die woningbouw verloopt veel te traag, waardoor de huizen in feite twee keer te veel kosten. Milieuorganisaties als Natuur en Milieu en Greenpeace slaan in extreme mate het alarm over fijnstof, maar ik vraag me af waarom dat is. Het is me duister waarom mensen die actievoeren geen oog ervoor hebben dat ze mensen hun welvaart afnemen”, aldus Vooren.
“Uit de verschillende onderzoeksgegevens haal ik uit dat als je niet rookt en gezond leeft, het fijnstof geen invloed zal hebben op je gezondheid. Inderdaad zijn dat vaker de hoger opgeleiden die gezond leven, een hogere weerstand hebben en minder fysiek belastende arbeid verrichten. Uit de wetenschappelijke artikelen is af te leiden dat als je gezond leeft, je niet ziek wordt door milieuverontreiniging. Het sterfrisico als gevolg van vervuilde lucht is een half procent meer kans op sterfte. Terwijl het bij sigarettenrook in de orde van 700% is. Bij sterfte voor fijnstof is geen longkanker aangetroffen, maar wel hartziekten bij de gevolgen van fijnstof bij de bevolkingsgroepen die fijnstof inademen. Wel is duidelijk dat het bij een laag opleidingsniveau en een vetter dieet meer voorkomt. Als longarts heb ik geen mensen door luchtverontreiniging dood zien.”

“Alle Nederlanders sterven gemiddeld een jaar eerder”

STREEK – “Statistisch gezien krijgen mensen meer last van de luchtkwaliteit als ze in ongezonde gebieden wonen. Als je kijkt naar de verschillen in luchtverontreiniging en sterfte en je corrigeert door andere oorzaken, komen er heel harde resultaten uit de prestigieuze en doorwrochte onderzoeken.” Karin Blaauw, Beleidsmedewerker voor de Stichting Natuur en Milieu, zet de nodige vraagtekens bij de stelling van de longarts.
Ze stelt: “Je ziet de afgelopen tien jaar een enorme toename voor dit soort onderzoeken, voor een groot deel opgezet door universiteiten. Ook is er een onderzoek voor Clean Air for Europe dat grotendeels betaald is door de EU: ze wilden weten wat de veiligheidsgrenzen zijn en hoe groot de kosten zijn. De resultaten van dit onderzoek betroffen de vraag hoeveel eerder mensen sterven door fijnstof. In Nederland sterven circa 18.000 mensen tien jaar eerder. Alle Nederlanders sterven gemiddeld een jaar eerder. Er zijn ontwikkelingen ingezet die leiden tot verbetering van deze statistische cijfers, maar ondanks al die maatregelen zullen de Nederlanders in 2020 nog steeds gemiddeld zeven maanden eerder overlijden.”
Over de relatie luchtkwaliteit en gezondheid: “Er hangt nooit een kaartje aan longkanker. Dat wil zeggen: het is nooit duidelijk dat deze longkanker veroorzaakt wordt door de luchtkwaliteit. Die arts denkt: ‘Ik zie het niet’, maar bij veel gezondheidsbedreigingen zie je niet aan de ziekte wat de feitelijke oorzaak is.” Klopt het dan niet wat deze longarts zegt: dat een situatie van luchtverontreiniging geen gevolgen heeft voor de mensen die goed en gezond leven? “Studies worden gecorrigeerd op lifestyle. Mensen met lagere opleidingen roken meer en dat wordt gecorrigeerd. In Nederland is onderzocht dat mensen die langs snelwegen wonen behoorlijk last hadden van luchtklachten, daar zitten inderdaad vaak flats en niet de Wassenaarse bevolking.”
Statistisch gezien krijgen mensen er wel veel meer last van als ze in ongezonde gebieden wonen.” Blaauw ontkent dat haar organisatie hierbij uit voorzorg handelt en de situatie ernstiger doet voorkomen dan het is: “Er ligt een relatie vanuit de epidemiologie en er zijn veel studies verricht naar de gevaren van slechte luchtkwaliteit, ook langdurige studies. Bovendien is er een verschil tussen enerzijds korte termijn effecten: de mensen met gezondheidsklachten en/of die overlijden na smogperiodes en anderzijds de mensen die gezondheidsklachten krijgen na langdurige blootstelling. Het cijfer van 18.000 en 1 verloren levensjaar voor NL komt uit de laatste categorie.”

“Fijnstof draagt wél bij aan versneld overlijden”

STREEK – Ook Eugène van Haaren, persvoorlichter van Milieudefensie, is niet onder de indruk van de stellingen van Piet Vooren. “Het is heel moeilijk vast te stellen of iemand door fijnstof is overleden, maar onderzoek wijst uit dat de levensduur gemiddeld met een jaar of twee verkort wordt in een ongezonde omgeving. Je hebt het hier niet over een gebroken been. Fijnstof dringt heel diep door via je longen in de bloedvaten en dat kan bijdragen aan een versneld overlijden.”
Klopt het dat mensen die gezond leven minder vatbaar zijn voor fijnstof? “Wellicht zijn er bepaalde groepen die meer risico’s lopen, maar dat geldt voor alle aandoeningen. Het is in ieder geval niet gezond om te leven waar vuiligheid in de lucht zit. Leven en wonen in druk verkeer staat gelijk aan het meeroken van 16 sigaretten per dag. Daar is ook van bekend dat het niet zo fijn is. Het probleem is serieus genoeg dat er iets aan moet gebeuren.” Handelt u met uw fijnstofacties vanuit het voorzorgsprincipe? “Dat vinden we vaak een heel goed idee, maar voor fijnstof ligt er veel wetenschappelijk onderzoek aan vooraf. Er zijn Europese regels, waar ook Nederland zich aan moet houden.”

“Wij voeren geen campagne tegen fijnstof”

STREEK – “Ik ga niet reageren op de uitlatingen van een individueel persoon.” André van der Vlugt, persvoorlichter voor Greenpeace, stelt dat zijn organisatie geen campagne op fijnstof voert.
Piet Vooren, een ex-longarts, die zijn beroep ruim 40 jaar uitvoerde, vertelde eerder dat hij in zijn professionele carrière nog nooit iemand heeft zien overlijden aan milieuverontreiniging of fijnstof. Het sterfrisico als gevolg van vervuilde lucht is een half procent hoger, terwijl het bij sigarettenrook in de orde van 700% hoger is. Bij sterfte voor fijnstof is geen longkanker aangetroffen, maar wel hartziekten bij als gevolg van fijnstof bij de bevolkingsgroepen die fijnstof inademen. Roept Greenpeace vanwege het voorzorgprincipe op om te waken voor fijnstof? Uit onderzoeken blijkt dat gezonde mensen met een goed dieet geen last hebben van fijnstof.
Van der Vlugt reageert: “Ik wil u voor het onderwerp fijnstof graag doorverwijzen naar de Stichting Milieudefensie. Deze stichting voert een campagne op luchtkwaliteit en ze hebben daar zeker de antwoorden die u zoekt. Ik ga niet reageren op de uitlatingen van een individueel persoon. Ik weet niet wie die man is en in welk verband hij zijn uitspraken heeft gedaan. Wij voeren geen campagne op de fijnstof.” Maar kijkend op uw website is er wel allerlei informatie te vinden over de fijnstof. “Wij praten nooit over gezondheidsproblemen. Ik heb u al gezegd dat u zich maar moet richten op Milieudefensie. Die voeren campagne op de fijnstof en verder heb ik u niets meer te zeggen.”

Landmeters protesteren tegen wethouder Gehrels

AMSTERDAM – De gemeentelijke Landmeetkundige Dienstverlening (LMD) dreigt te verdwijnen en de betrokken ambtenaren die hierdoor hun baan dreigen te verliezen trekken luid aan de bel om dit te voorkomen. Wethouder Carolien Gehrels voert aan dat de LMD met verlies draait en daardoor januari 2009 moet stoppen, maar de medewerkers bestrijden dat: ‘Wij zijn de enige neutrale partij die goed kan controleren dat bouwwerkzaamheden op de juiste manier gebeuren. Hierdoor zijn al veel ongelukken voorkomen, wat de gemeente ongezien miljoenen heeft opgeleverd.”

JOEP DERKSEN

De LMD is een gemeentelijke controledienst, die erop toeziet dat aannemers zich houden aan de vooraf bepaalde bouwafmetingen. Verkeerd geplaatste palen kunnen dramatische en dodelijke gevolgen hebben, vanwege instortingsgevaar. Ook onderzoekt de LMD of er bij bouwprojecten sprake is van planologische vervuiling of stadsbeeldvervuiling en of er leidingen onder het project lopen. Verzakkingen, kades, muren en kerktorens: alles houdt deze dienst in de gaten en alle metingen worden opgeslagen in een uitgebreid archief.

Het zit de landmeters hoog: Rob Kaspers, Peter Scheffer, Martijn Brandt, Rudi Bout en Renvis Selasse hebben al bij meerdere commissievergaderingen ingesproken, maar wethouder Gehrels dreigt toch haar zin door te zetten. Ze vertellen: ‘In eerste instantie zou onze afdeling ondergebracht worden bij de Dienst Persoonsgegevens (DPG), maar het hoofd van deze afdeling moet zich hebben afgevraagd wat hij “met die landmeters moet”. De dag nadat we officieel onder de DPG vielen, werd ons medegedeeld dat onze afdeling zou stoppen.’

Donderslag

Dit bericht kwam als een donderslag bij heldere hemel, aangezien niets erop wees dat de landmeters de deur zouden worden gewezen. Nadat de medewerkers in oktober 2007 hadden ingesproken bij een commissievergadering, ondersteunden alle partijen het belang van de gemeentelijke landmeters voor Amsterdam. Ook de OR is tegenstander van het opheffen van de LMD, terwijl een onderzoek van Tim Lakeman, adviesburo voor ondernemingsraden, concludeert dat ‘het mogelijk is te komen tot een LMD met een positief financieel resultaat.’

Tot nog toe leidt al die steun niet tot het gewenste resultaat, zo vinden de medewerkers: ‘Het advies van Lakeman wordt niet overgenomen en er wordt gezegd dat we ons werk wel aan de aannemers kunnen overlaten. Veel grote aannemers hebben landmeters in dienst, maar je moet dit werk onafhankelijk laten doen. Het gaat vaak om enorme bedragen en de opdrachtgevers zouden bij particuliere landmeters kunnen aangeven wat de metingen moeten uitwijzen. De Landmeetkundige Dienst verricht onafhankelijke en controlerende werkzaamheden, waardoor aannemers landmeetbureaus niet kunnen manipuleren. In het verleden hebben de landmeters diverse problemen voorkomen. De landmeters waren niet betrokken bij de gemaakte meetfouten van bijvoorbeeld de hr-afvalenergiecentrale en de metingen voor de Noord/Zuidlijn.’ De LMD-medewerkers zeggen over dit laatste: ‘Als er verzakkingen zijn, kan onze afdeling dit tegenhouden. En de kans is groot dat er wat staat te gebeuren, want de Beurs van Berlage kraakt nu al.’

Fouten

Deze zaak moet in het juiste perspectief gezien worden, zo vinden de landmeters: ‘We zijn met vijf mensen geen grote gemeentelijke afdeling, maar het gaat niet alleen om ons en de kosten van het afstoten. Als er niet onafhankelijk gemeten wordt en er worden fouten gemaakt, dan gaan de inwoners de kosten die tot in de miljoenen lopen betalen. Net zoals je niet van de slager kunt verwachten dat hij zijn eigen vlees gaat keuren, moeten aannemers niet hun eigen projecten gaan opmeten. Het Bos en Lommerplein is ingestort omdat er geen gemeentemannetje rondliep die het beton controleerde. Wil je dooien op je geweten hebben, dan moet je de controle overlaten aan de particuliere ondernemingen. Inderdaad zijn er particuliere bedrijven die hun diensten goedkoper kunnen aanbieden, maar wij zijn de enige neutrale partij die goed kan controleren dat bouwwerkzaamheden op de juiste manier gebeuren. Hierdoor zijn al veel ongelukken voorkomen, wat de gemeente ongezien miljoenen heeft opgeleverd.”
De vijf medewerkers verzuchten: ‘Bijna niemand weet wat we doen en hoeveel schade we al voorkomen hebben. Bij grote projecten zijn de landmeetkosten minimaal. Voor de veiligheid van heel Amsterdam is het belangrijk dat onze dienst blijft bestaan. Als de plannen van wethouder Gehrels doorgaan, zijn we de eerste hoofdstad ter wereld zonder een eigen landmeetkundige dienst. Dat wordt nog wat als hier in 2028 de Olympische Spelen komen en er vele nieuwe stadions en hotels gebouwd moeten worden.’ Robert Wichink, woordvoerder van wethouder Gehrels, laat weten: ‘Het voorgenomen besluit van wethouder Gehrels wordt over twee weken in het Amsterdams college besproken.’ Wanneer een meerderheid van het college Gehrels steunt in haar beslissing, zal de raadscommissie maandag 29 september over het voortbestaan van de Landmeetkundige Dienst oordelen.

‘Commerciële bedrijven meten ook betrouwbaar’

AMSTERDAM – Wethouder Carolien Gehrels reageert op de berichten over het opheffen van de afdeling Landmeetkundige Dienstverlening (LMD). ‘Betrouwbare metingen worden al jaren gedaan door marktpartijen en dat weten de LMD-medewerkers dondersgoed.’

JOEP DERKSEN

Gehrels: ‘Toen ik aantrad als wethouder hebben we besloten dat de Dienst Advies en Beheer (DAB) nader bekeken moest worden. We hebben deze dienst gesplitst en op een slimmere manier georganiseerd zonder dat er mensen zijn ontslagen. Dat leverde een bezuiniging op van 4,7 miljoen euro per jaar. De LMD-activiteiten behelzen 2% van de totale DAB en in de afgelopen jaren zijn ze in toenemende mate verliesgevender gaan opereren.’

Ze vervolgt: ‘Oorspronkelijk was de gedachte dat de LMD een kostenneutraal opererende of zelfs winstgevende dienst zou zijn, maar dat bleek na 13 november 2007 (de dag waarop Gehrels de toezegging deed dat de landmeetkundige activiteiten worden voortgezet, JD.) niet het geval. Het is een nieuw feit dat de afdeling de laatste jaren in toenemende mate verliesgevend is gaan werken. Naast betrouwbare metingen zijn ook de tarieven van belang. Het ligt aan de schaal van de diensten en de voortschrijdende technologie, niet aan de mensen zelf.’

Gunstig tarief

Dat particuliere ondernemingen landmeetkundige werkzaamheden uitvoeren, is niets nieuws, zo beargumenteerd Gehrels. Landmeetkundige werken worden nu al aan particuliere bedrijven gegund. De markt kan ook onafhankelijk zijn, zodat ze betrouwbare metingen tegen een gunstig tarief kunnen leveren. ‘Dat is mijn doel, want op dit moment liggen de tarieven van de LMD 40% hoger dan de markt. Het uitvoeren van landmetingen is namelijk geen wettelijke taak en ook nu al voert de LMD maar een heel klein percentage uit van alle metingen. Op de afdeling werken ongeveer 7 fte, dus 10 mensen; dan moet veel uitbesteed worden, zeker gezien de toegenomen specialismen in dit vakgebied’, aldus Gehrels.

De wethouder is het niet eens met de stelling dat de onafhankelijkheid van de landmetingen in het geding komen, als deze door commerciële bedrijven uitgevoerd worden. Er is dan ook geen risico dat projecten verkeerd gemeten worden uit winstbejag. ‘Betrouwbare metingen kunnen door de markt gedaan worden. Dat is ook al jaren de praktijk en dat weten de LMD-medewerkers zelf ook donders goed.’

Kan de LMD ook behouden blijven, door de medewerkers efficiënter en effectiever te laten werken? ‘De LMD-medewerkers zijn goede mensen en er is veel behoefte aan landmeters, bijvoorbeeld bij het Kadaster. Bovendien komen er vanuit de markt veel verschillende vragen naar bepaalde specialismen op het landmeetkundige gebied. Die opdrachten kunnen niet door de LMD-medewerkers uitgevoerd worden.’ Welke waarde heeft het negatieve advies van de Ondernemingsraad voor u? Zijn hun argumenten en weerleggingen steekhoudend genoeg? ‘Dat zullen we over 2 weken bespreken.’
De LMD-medewerkers vertelden dat zij op 8 maart 2008, de dag nadat hun afdeling onder de Dienst Persoonsgegevens (DPG) werd gevoegd, te horen kregen dat de LMD zou worden opgeheven. Is deze informatie correct? Gehrels: ‘Dit verhaal heb ik nooit gehoord en ik kan het me niet voorstellen. We zijn 2½ jaar met deze problematiek bezig geweest en hebben dat buitengewoon zorgvuldig gedaan. Op 13 november heeft het college een besluit genomen om de LMD te behouden, gebaseerd op informatie dat deze afdeling kostendekkend opereerde. Dat bleek later niet zo te zijn. Naar deze kostendekkendheid hebben we een onderzoek gedaan dat vier of vijf maanden duurde.’ Ze besluit: ‘Als gemeente Amsterdam voeren we werkzaamheden uit die professioneel zijn, maar ook goede prijs-kwaliteitsverhoudingen hebben.’

‘Landmeetkundige Dienstverlening moet behouden blijven’

AMSTERDAM - Ook de ondernemingsraad van de Dienst Persoonsgegevens adviseerde op 10 juli 2008 tegen het voorgenomen besluit tot opheffing van de Landmeetkundige Dienstverlening. ‘Het gaat bij ruimtelijke ordening over zeer grote bedragen en risico’s.’

JOEP DERKSEN

OR-voorzitter Astrid van der Meij de Bie schrijft onder meer: ‘Opheffing is in strijd met eerder gedane toezeggingen door onder meer wethouder Gehrels. Zij schrijft in een brief van 1 november 2007: “Wij hebben besloten af te zien van verder onderzoek naar verzelfstandiging van de landmeetkundige activiteiten”. Op 17 december 2008 schreef wethouder Gehrels: “Wat betreft de landmeters is aan de bezwaren van de OR tegemoet gekomen door vast te stellen dat dit een gemeentelijke taak blijft. Verder heeft ons College de directeur DPG opdracht gegeven een onderzoek te doen naar de beste positionering van deze taak”.’

De OR-voorzitter concludeert hierover: ‘Er mag geen twijfel over bestaan dat hier sprake is van een harde toezegging. De wethouder stelt dat er nieuwe argumenten zijn die de gemeente hebben doen besluiten om op deze toezeggingen terug te komen, maar de argumenten die u aanvoert waren bekend bij de gemeente op het moment dat de toezegging gedaan is.’

De OR weerlegt vervolgens de argumenten van het College. Nieuwe informatie zou volgens het College zijn dat geen enkele andere afdeling zou de LMD willen hebben. ‘Dit argument was echter al op 5 februari 2007 bekend in het eerste rapport van de heer Gravelotte.’ Een ander argument van het College om over te gaan tot opheffing van de LMD waren de negatieve financiële resultaten. De OR stelt: ‘De financiële positie van de LMD is al jarenlang onderwerp van discussie en dus is dit evenmin een nieuw argument. Daarnaast is kostendekkend doorgaan wel degelijk mogelijk, volgens onderzoek dat wij hebben laten verrichten.’

Verbaasd

Ook een ander argument van het College wordt door de OR onderuitgehaald: ‘Er zijn op dit moment goede arbeidsmarktperspectieven voor de medewerkers aanwezig’, stelt wethouder Gehrels. De OR repliceert: ‘Die arbeidsmarktperspectieven waren op het moment dat de toezegging gedaan werd, niet veel anders. We zijn verbaasd over de suggestie die hiermee gewekt wordt. Enerzijds beweert u dat de kwalificaties van de medewerkers onvoldoende zijn, anderzijds stelt u dat er voldoende mogelijkheden op de arbeidsmarkt voor hen zijn.’
De OR waarschuwt: ‘Als de LMD opgeheven wordt, beschikt de gemeente niet langer over een controle-instrument ten aanzien van landmeetkundig werk. Het is van belang een eigen LMD te hebben, want het gaat bij de ruimtelijke ordening om zeer grote bedragen en risico’s.’

‘Landmeters zijn slachtoffer van een politiek spel’

AMSTERDAM – Alle politieke partijen is om een reactie gevraagd over de landmeterskwestie, maar slechts een partij reageerde. Gemeenteraadslid Laurens Ivens (SP) laat over zijn fractiestandpunt geen misverstand bestaan. ‘Het opheffen van de Landmeetkundige Dienst (LMD) is onverstandig. Zij kunnen de stad veel schade beperken.’

Het raadslid licht toe: ‘Sinds de drama’s van het AfvalEnergieBedrijf en Bos en Lommerplein is dat overduidelijk. Met de komst van de Noord-Zuidlijn zijn de landmeters harder nodig dan ooit!’ Marktpartijen zijn wat Ivens betreft geen serieus alternatief voor de LMD: ‘Nee, het gaat om kwalitatief en onafhankelijk werk. Een commercieel bedrijf moet meer op de kosten en opdrachtgevers letten.’ Is al deze drukte wel nodig? Het gaat met de LMD maar om vijf medewerkers. Bovendien worden er tonnen bespaard op de begroting. ‘Inderdaad; voor weinig geld kunnen we veel ellende besparen.’
Ivens vertelt verder: ‘Ik heb met de medewerkers gesproken. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat ik me nog nooit met de Landmeetkundige Dienst heb beziggehouden, maar hier speelt zeker iets. Ze doen buitengewoon nuttig werk vanwege hun onafhankelijkheid en kwalitatief goed werk. Maar ze zijn slachtoffer van een politiek spel aan het worden, want niemand wil ze hebben. Dit spel moet ophouden, want met de sompige bodem van Amsterdam hebben wij de landmeters hard nodig. Overal in het buitenland hebben steden eigen onafhankelijke landmeters, maar wij met onze sompige bodem die tot op de laatste vierkante centimeter wordt volgebouwd, zouden de landmeters niet nodig hebben? Dat gaat er bij mij niet in, want ik ben echt onder de indruk van hun verhaal. We gaan ervoor zorgen dat andere raadsleden ook onder de indruk komen, want als zij dezelfde feiten horen, zullen ook zij zeggen dat de LMD moet blijven.’

“Mijn Assepoesterdroom is uitgekomen”

41ste Oostenrijkse debutantenbal

NOORDWIJK – Buiten stormde het op vrijdagavond 1 februari, maar binnen in Grand Hotel Huis ter Duin, was een pracht aan galakleding, baljurken en rokkostuums. De 41ste editie van het Oostenrijkse Debutantenbal trok 650 mensen van de ‘upper class’ naar Noordwijk. Voor veel van de debutanten zelf was het een sprookjesavond, waarin ze op hun allermooist waren. Hier en daar bloeide inderdaad de liefde op tussen de jonge deelnemers, maar voor jong en oud was het ook een succesvolle netwerkavond.

Door Joep Derksen

Vele VIP’s waren aanwezig op het debutantenbal, waaronder de heer Graaf Festetics de Tolna en de Oostenrijkse Ambassadeur Dr. Wolfgang Paul, maar ook burgemeester Harry Groen, die voor de gelegenheid zijn koninklijke onderscheiding had opgespeld. Terwijl tientallen fotografen plaatjes schoten sprak een aantal hoogwaardigheidsbekleders mooie woorden over de pracht van het samenzijn en de geweldige jonge generatie die klaar stonden om de Hofdans uit te voeren.

Eindelijk was het dan zover en 32 jongens (meest adelborsten) en meisjes (meest van adellijke afkomst en studentes) betraden de dansvloer. De spanning was van de jonge gezichten af te lezen, maar eenieder voerde de Hofdans, waar ze tien weken intensief op geoefend hadden, perfect uit.

Aan een van de 70 tafeltjes zitten de heer en mevrouw Witlam en het echtpaar Von Werdensteir von Maβkrant Wiscup. Ze komen al vele jaren naar het debutantenbal en genieten er intens van: “In feite is het een oerrite waarbij huwbare meisjes van adel toegestaan wordt om naar buiten te treden. Na afloop van het debutantenbal mogen de jongeren elkaar officieel op straat groeten. In feite hebben ze in de hele wereld zulke rites, alleen is dit wat chiquer. Het is natuurlijk veel minder van deze tijd als dat het een eeuw geleden was. De heer Witlam vult lachend aan: “Eigenlijk zijn we hooligans in smoking!”

Assepoesterdroom

Debutante Ilsemarie Postma was opgetogen over de avond: “Het is zeer speciaal hier te zijn, want vanavond is mijn Assepoesterdroom uitgekomen. Ik ben een prinsesje voor een dag!” Ook Charlotte Dijksma is blij: “Het is heel leuk debutante te zijn; niet alleen vanavond, maar ook tijdens het oefenen want er was een goede sfeer.” Jonathan Schmidt en Tessa Heyl zijn aan elkaar gekoppelde debutanten. Hij vertelt: “Ik houd van tradities en dat is ook een van de redenen waarom ik bij de marine zit!” Heyl vult aan: “Het is hier prachtig, we hebben tien weken geoefend en ik was wel wat zenuwachtig, maar dat zijn gezonde zenuwen. Het is gezellig hier te zijn met mijn vrienden.”

Iets verderop staan twee adelborsten en voormalige debutanten te praten met een rechter van de Hoge Raad. Nadat de rechter afscheid neemt, wenden ze zich tot de journalist: “Dat we debutant waren heeft ons leven verrijkt; we hebben niet alleen leren praten met mensen op belangrijke posities, maar het was gewoon ook een mooie ervaring om mee te maken. Als je hier rondkijkt, zie je een groep mensen die hoog opgeleid en enigszins elitair zijn. In het dagelijkse leven kom je hen als officier in opleiding veel minder tegen.”

Iets verderop bekijkt Isabelle Vinkeles Melchers goedkeurend het verloop van de avond: “Ik was zelf debutante in 2003. Het gaat hier om zien en gezien worden en het uitwisselen van naamkaartjes. Iedereen die hier gedebuteerd heeft, kan ook zelf mensen introduceren.” Heeft Melchers nog tips voor jonge mensen die ook graag debutant willen worden? “Je moet het zeker doen, want het is een ervaring voor het leven. Kom vooral omdat je het zelf leuk vind om eens in het middelpunt van de belangstelling te staan. Iedereen kan zich opgeven als debutant, bijvoorbeeld via de website
www.hetdebutantenbal.nl. Een damescomité besluit wanneer je mee mag doen.

Relaties

De zaal uitlopend komen de debutanten en de honderden gasten uit in de grote hal op de eerste verdieping en het is direct duidelijk: hier vinden de echte contacten plaats en worden de relaties opgebouwd. In een hoekje laten twee debutanten het echter allemaal langs zich heengaan, want de jongen en het meisje houden elkaars hand vast en hebben alleen oog voor elkaar.
Om half twaalf ’s avonds betreden de debutanten nogmaals de ballroom floor om andermaal de Hofdans te tonen. En allen zijn duidelijk een stuk ontspannener en genieten volop van het moment. Een trotse moeder geniet met volle teugen van haar dochter: “Vooral de weken hiervoor waren voor haar prachtig en hopelijk denkt ze met veel plezier terug aan een prachtige avond met een geweldige jurk.” Heeft haar dochter al de liefde van haar leven ontmoet? De moeder kijkt verschrikt: “Ze is pas 18!”

“Ideale voetbalopstelling is wiskundig te berekenen”

Nationale Wiskunde Dagen

NOORDWIJKERHOUT – De Nationale Wiskunde Dagen (NWD) vonden op vrijdag 1 en zaterdag 2 februari plaats in de Leeuwenhorst. 680 wiskundedocenten uit het hele land verzamelden zich op deze jaarlijkse conferentie om de nieuwe ontwikkelingen en toepassingen op het wiskundige onderwijskundige gebied met elkaar te delen, zodat ze het vervolgens aan de leerlingen kunnen overbrengen. Op zaterdagmiddag was er voor het eerst een open evenement waarbij alle geïnteresseerden in wiskundige aspecten zich konden verlekkeren aan mathematische spelletjes, grafieken, stellingen en het pokeren.

Door Joep Derksen

Michiel Doorman is wetenschappelijk medewerker en tevens een van de organisatoren van de NWD. Hij vertelt: “Juist door het overbrengen van de nieuwe wiskundige wetenswaardigheden kunnen docenten duidelijk maken dat wiskunde niet alleen gaat om het oplossen van vergelijkingen en ingewikkelde sommen, maar dat het de oplossing is voor allerlei toepassingen voor bijvoorbeeld klimaatmodellen of de meest ideale voetbalopstelling.” Hij licht toe: “Op basis van honderden statistieken die je met elkaar vergelijkt, kun je bepalen wat de meest optimale opstelling van het Nederlands elftal is. Je houdt dan rekening met bijvoorbeeld de individuele tegenstander waar je tegen moet voetballen, het andere team als geheel, de grassoort, het weer en nog vele andere elementen.”

Over de NWD: “De lezingen hebben vaak een humoristische noot. Zo was er iemand die zichzelf ook heeft leren jongleren en hij beschrijft zijn trucs op een wiskundige manier. Juist door gebruik te maken van een wiskundige analyse van ballen gooien is hij nieuwe trucs voor het jongleren op het spoor gekomen en heeft daarmee de jongleerwereld voorgoed veranderd. Naast de inhoudelijke lezingen over thema’s als ‘wortels van wiskunde’, ‘helden van de wiskunde’, ‘weerwiskunde’ en ‘periodieke bewegingen’, kunnen de deelnemers zich ook bemoeien met spelletjes die met logisch redeneren te maken hebben, zoals Sudoku. Zo leer je dat logisch redeneren direct functioneert wanneer je een spel speelt. Ook zijn spelletjes af en toe ook gewoon leuk om te doen.”

Rijk

Lopend door de gangen en naar de grote zaal kunnen de vele wiskundige geïnteresseerden kennismaken met allerlei nieuwe spelletjes, zoals Khet, Frustr8tor en Pentago. Meiliasari Samikin, docente in Indonesië, probeert een van de spelletjes uit. Ze geniet van het evenement: “Als leraar krijg ik hier nieuwe ideeën. Wiskunde is een heel rijk vak, dat je op veel verschillende manieren kunt uitvoeren.”

Verrassend genoeg staat er iets verderop ook een pokertafel gereed. Eric van Lit, student wiskunde en columnist voor Poker Magazine, legt uit waarom: “We laten hier zien hoe bruikbaar poker is om wiskunde heel praktisch toepasbaar te maken. Je kunt namelijk wiskundig beredeneren hoe groot de kans is dat je een paar uitgedeeld krijgt van de dealer.” Is poker een gokspel? “Nee, het is een kansspel, maar hoeft geen gokspel te zijn. De professionals spelen het spel als volgt: ze willen niet zo gelukkig mogelijk zijn in het spel, maar zo min mogelijk ongelukkig zijn en deze kans minimaliseren.”
Voor meer informatie: www.cafemobius.nl en www.fi.uu.nl/nwd.