05 februari 2009

“Alle Nederlanders sterven gemiddeld een jaar eerder”

STREEK – “Statistisch gezien krijgen mensen meer last van de luchtkwaliteit als ze in ongezonde gebieden wonen. Als je kijkt naar de verschillen in luchtverontreiniging en sterfte en je corrigeert door andere oorzaken, komen er heel harde resultaten uit de prestigieuze en doorwrochte onderzoeken.” Karin Blaauw, Beleidsmedewerker voor de Stichting Natuur en Milieu, zet de nodige vraagtekens bij de stelling van de longarts.
Ze stelt: “Je ziet de afgelopen tien jaar een enorme toename voor dit soort onderzoeken, voor een groot deel opgezet door universiteiten. Ook is er een onderzoek voor Clean Air for Europe dat grotendeels betaald is door de EU: ze wilden weten wat de veiligheidsgrenzen zijn en hoe groot de kosten zijn. De resultaten van dit onderzoek betroffen de vraag hoeveel eerder mensen sterven door fijnstof. In Nederland sterven circa 18.000 mensen tien jaar eerder. Alle Nederlanders sterven gemiddeld een jaar eerder. Er zijn ontwikkelingen ingezet die leiden tot verbetering van deze statistische cijfers, maar ondanks al die maatregelen zullen de Nederlanders in 2020 nog steeds gemiddeld zeven maanden eerder overlijden.”
Over de relatie luchtkwaliteit en gezondheid: “Er hangt nooit een kaartje aan longkanker. Dat wil zeggen: het is nooit duidelijk dat deze longkanker veroorzaakt wordt door de luchtkwaliteit. Die arts denkt: ‘Ik zie het niet’, maar bij veel gezondheidsbedreigingen zie je niet aan de ziekte wat de feitelijke oorzaak is.” Klopt het dan niet wat deze longarts zegt: dat een situatie van luchtverontreiniging geen gevolgen heeft voor de mensen die goed en gezond leven? “Studies worden gecorrigeerd op lifestyle. Mensen met lagere opleidingen roken meer en dat wordt gecorrigeerd. In Nederland is onderzocht dat mensen die langs snelwegen wonen behoorlijk last hadden van luchtklachten, daar zitten inderdaad vaak flats en niet de Wassenaarse bevolking.”
Statistisch gezien krijgen mensen er wel veel meer last van als ze in ongezonde gebieden wonen.” Blaauw ontkent dat haar organisatie hierbij uit voorzorg handelt en de situatie ernstiger doet voorkomen dan het is: “Er ligt een relatie vanuit de epidemiologie en er zijn veel studies verricht naar de gevaren van slechte luchtkwaliteit, ook langdurige studies. Bovendien is er een verschil tussen enerzijds korte termijn effecten: de mensen met gezondheidsklachten en/of die overlijden na smogperiodes en anderzijds de mensen die gezondheidsklachten krijgen na langdurige blootstelling. Het cijfer van 18.000 en 1 verloren levensjaar voor NL komt uit de laatste categorie.”

Geen opmerkingen: